De geschiedenis van Bruynzeel Keukens
Als 21-jarige jongen droomt Cornelis Bruynzeel ervan bij zijn vader in het bedrijf te gaan werken. Een eenvoudig Rotterdams timmerbedrijf aan de Leuvehaven. Hij heeft er dan al een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst en Technische Wetenschappen opzitten. En hij wil het anders doen. Anders dan zijn broer. Anders dan zijn vader. Cornelis wil mechaniseren. Simpelweg om zoveel mogelijk goede en betaalbare producten voor zoveel mogelijk mensen te kunnen maken. Met zijn enthousiasme en vastberadenheid weet Cornelis zijn vader uiteindelijk te overtuigen: Stoomfabriek De Arend ziet in 1897 dan ook het levenslicht. Ze produceert deuren, vloerdelen, trapdelen, kozijnen en zelfs schoolbanken.
Slimmer produceren
De komst van de keuken
De keuken stelde nog niet veel voor. Vaak was het een kleine ruimte zoals een donkere kelder waar maaltijden bereid werden. Enorm ongemakkelijk en zeker niet naar wens van veel vrouwen. Ze waren namelijk enorm veel tijd kwijt met alle huishoudelijke taken. Dat moest toch efficiënter kunnen én op een plek waar je wel graag wilde komen. Cornelis Bruynzeel kijkt de eerste keukens af. Maar wat hem het meest intrigeert is het keukenvraagstuk zelf: de ergernissen van al deze keukengebruikers moesten toch kunnen worden opgelost? Maar hoe kon je zo’n goed doordachte keuken maken tegen een lage prijs zodat iedereen er gebruik van zou kunnen maken?
Ontmoeting met ontwerper Piet Zwart
Het idee van een functionele keuken die in serie geproduceerd kan worden, is geboren. Via zijn buurman leert Cornelis de vernieuwende kunststroming De Stijl kennen waar hij via-via kunstenaar Piet Zwart leert kennen. Piet is geïnspireerd door De Stijl, maar geen lid. Wanneer Cornelis hem de kans geeft zijn ideeën in een vooruitstrevend bedrijf uit te voeren, pakt hij die kans met beide handen aan. Piet vindt het belangrijk om goed samen te werken met de technici van het bedrijf. Alleen dan is hij in zijn ogen in staat vormgeving toe te voegen aan de nuchtere, zakelijke benadering van een fabrikant. Samen met de technici meet hij bestaande woningen in uiteenlopende woningen op. Deze grondige analyse van het dagelijkse leven in en om de keuken leidt in 1936 tot de constatering dat de keuken zo moet zijn ingericht dat de vrouw ‘haar arbeid zonder overbodige inspanning kan verrichten’.
De eerste Bruynzeel keuken: Piet Zwart
Piet Zwart krijgt van Cees Bruynzeel junior in 1937 officieel de opdracht aan het keukenvraagstuk te werken en met een oplossing te komen voor een keukenontwerp waarin men dagelijks met veel gemak en plezier werkt. De keuken moet bovenal betaalbaar blijven en dus machinaal in serieproductie te produceren zijn. Piet ontwerpt losse elementen in standaard maten. De opzet is zo flexibel dat er in elke ruimte een bruikbare keuken inclusief eetgedeelte kan worden geplaatst. Ook voor de functionaliteit gaat de ontwerper veel verder dan in de tijd gebruikelijk is. Zo ontwerpt hij allerlei accessoires die het leven in en rondom de keuken nog meer vereenvoudigen: rekjes, lades, ventilatieroosters, lepelhouders, bezemhangers, broodlades, uitschuifbare planken en nog meer. De eerste Bruynzeel keuken is geboren. En hij wordt vernoemd naar de maker, Piet Zwart. De varengroene kleur is echter door Cees Bruynzeel zelf gekozen. Toen Piet hem namelijk vroeg welke kleur de keuken moest krijgen, dacht Cees direct aan de zomerse jurk die hij voor zijn vrouw kocht toen ze elkaar ontmoetten in 1918. En zo geschiedde. Het werd één van de meest geavanceerde keukens in het Europa van de jaren dertig.
De keuken die werkt. Voor jou.
Sindsdien heeft Bruynzeel Keukens niet stilgezeten. Met het keukenvraagstuk in het achterhoofd zijn door de jaren heen nog talloze keukenoplossingen ontworpen. Allen functioneel, mooi en betaalbaar. Simpelweg omdat Bruynzeel ook vandaag de dag zoveel mogelijk mensen wil laten genieten van de keuken die werkt.